Biografie

Mijn voornaamste interesses zijn altijd geweest: muziek en filosofie. De historische en theoretische interesse in de muziek staat niet los van de drang om muziek te maken, als componist en uitvoerend musicus. Na mijn studie muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht heb ik piano gestudeerd aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Geoffrey Douglas Madge. Als pianist ben ik hoofdzakelijk actief geweest als begeleider en coach in de jaren 1999-2010.

Nu en dan heb ik me ook bezig gehouden met compositie, en een klein aantal werken geschreven in een niet-tonaal (‘modern’) idioom. Pedrillo Botón, een kameropera voor een publiek van kinderen zowel als volwassenen, is geschreven in een meer traditioneel, tonaal idioom. Het is mede geïnspireerd door mijn werk met populair Latijns-Amerikaans repertoire, en ook op de muzikale kinderwereld gecreëerd door componisten zoals Debussy en Ravel. Mijn meest recente werk is de muzikale soundtrack voor Europa, een korte film uit 1932.

Behalve als docent aan de Universiteit Utrecht (muziekgeschiedenis) en gastdocent aan het Koninklijk Conservatorium (heuristiek), heb ik tien jaar gewerkt bij het Nederlands Muziek Instituut in Den Haag. In de laatste jaren is mijn activiteit vooral gericht op muziekwetenschappelijk onderzoek. Het meest interesseren mij vragen omtrent de relaties tussen muziek en taal. Het voornaamste resultaat daarvan tot nu toe is de dissertatie Classical Music and the Language Analogy, waarmee ik in 2014 ben gepromoveerd aan de Humboldt-Universität in Berlijn. Het probleem: hoe verhoudt muziek zich tot taal wordt hierin onderzocht in een historisch kader (de achttiende eeuw), maar ook in een breder cognitief-esthetisch perspectief. Mijn huidige onderzoek is de voortzetting daarvan, en heeft vooral betrekking op de relaties tussen muziek, retorica en esthetiek, in het bijzonder in de achttiende eeuw (zie Conference Presentations.)